De Wijn

Het idee om een eigen Italiaanse rosé te ontwikkelen kwam door de zomervakanties die de Monchiero’s doorbrachten aan de Franse rivièra. Daar proefden zij verschillende Rosés de Provence. Geïnspireerd door deze bakermat van de Rosé gingen ze aan de slag. Nu niet met de merlot, pinot nero of grenache druif, maar Provence, maar met hun eigen barbera en nebbiolo duiven. Dit resulteerde in een ongelooflijk frisse rosé. De wijn krijgt zijn kleur doordat de schillen van de blauwe druiven minder lang bij het sap (de most) blijven dan bij de bereiding van rode wijn. Tijdens de traditionele vinificatie worden de druiven gekneusd en beginnen de schillen hun kleurstof aan het sap af te geven.

Zodra de Monchiero’s tevreden zijn over de tint, scheiden zij de schillen en de sap van elkaar. Daarna gaat de vergisting verder. Hoe langer de schillen en het sap contact hebben, des te donkerder wordt de kleur en des te krachtiger de smaak van de rosé. De beperkte hoeveelheid tannine in rosé maakt dat hij fris en licht is, maar toch met zekere stevigheid gedronken kan worden. De Italiaanse rosé vino rosato is een en al wilde aardbeien met hints van kers. Deze wijn heeft een zachte en harmonieuze smaak en een grote frisheid in de mond, dankzij de sappigheid van de Nebbiolo-tannine.

Productiegebied

Deze Italiaanse rosé komt uit het Roero gebied, in Piemonte, Unesco werelderfgoed. Maceratie vindt enkele uren afzonderlijk plaats, gevolgd door fermentatie die ongeveer 3 weken duurt in stalen tanks bij een gecontroleerde temperatuur van 15 graden. Na ongeveer 3 maanden rijping in zijn eigen gisten is de Rosato klaar om gebotteld te worden.